Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

30 maart 2011

Splinterdag

Mijn tijd op Bali voelt als een glijbaan met stiekeme stroeve stukke stukken erin. Van heerlijk naar buikpijn, van himmelhoch jauchend en zum Tode betrübt. Het is een roetsjbaan die ik niet begrijp, liever niet wil ook, maar waar ik wel in zit. Zo sta ik nog in Ubud een telefoonkaart te kopen, en zo zit ik in een auto die me ver weg brengt naar waar ik nu eigenlijk niet wil zijn.
   Het landschap verandert met iedere kilometer, het is druk op de weg en overal staat politie die Ketut kan aanhouden omdat hij geen officiële taxidriver is en hij dus geen taxiplaatje op zijn nummerbord heeft. Hij kan er een beste boete voor krijgen als ze erachter komen dat hij aan het rijden is voor toeristen. De kans dat we aangehouden worden is redelijk aanwezig. Om Ketut alvast een beetje te helpen en gerust te stellen verzin ik een verhaal dat we vrienden zijn en dat ik bij hem heb gelogeerd en dat ie me vandaag een deurtje verder brengt. Ik duik steeds een beetje weg als ik die geüniformeerde mannen zie en probeer niet met al te grote toeristenogen uit m’n doppen te kijken.
   We rijden de bergen in, waar alle aardbeien en pettedebbels vandaan komen, met de klemtoon op pét en dan pas de rest, als in ‘dubbels.’ Het duurde even voor ik begreep dat ie vegetables bedoelde. Ik kreeg er weer helemaal de slappe lach van, want we hadden het al eerder over dat probleempje gehad. We oefenden de V een tijdje, want die schijnt nogal moeilijk te zijn, voor alle Balinesen trouwens.  Ze zeggen de P in plaats van de V, wat overigens vermakelijk is als ze sevenhunderdfifty willen zeggen. Dat wordt dus seppenhundredpipty.
   Afijn.
Het wordt  wat wolkeriger, kouder ook, ietsje maar. De reis gaat door, er zijn bochten, apen, scooters,  varkens die achterop een auto staan, shocking klem in een cocon van rotan of riet of weet ik veel - ‘saté,’ zegt Ketut met een vette grijns op z’n bakkes , die inmiddels weet dat ik daar niet zo goed tegen kan – en een eenzame koe achterin een laadbak die dapper probeert haar evenwicht te houden. Er zijn weer white birds boven het land, die van Kokokan, die vanavond weer gaan landen in hun dorp vlak bij Ubud. Zij wel, denk ik melodramatisch.
   In Bedugul stoppen we bij een tempel, één van de negen heilige tempels die het land rijk is, prachtig gelegen aan een meer. We lopen het park in, groen gras, allemaal bloemen en hoge dunne bomen die zwiepen in de wind. Natuurlijk roken we weer een sigaretje terwijl we over het meer staren.
   ‘Nice work do you have,’ zeg ik, heus wel wetende dat het iedere dag maar weer knokken is voor Ketut om centen te verdienen.
   ‘Today is good,’ zegt hij.
Als al het mooie is gezien, vervolgen we onze weg. Stiller dan daarnet.  Er is nog één mooie waterval te gaan en dan is de koek op. Dan ben ik in Lovina en zal ik het allemaal weer alleen moeten zien te rooien.
   Git-Git, zo heet de waterval waarwe naar toe gaan. Om er te komen mogen we door weer een prachtig stukje natuur, met natuurlijk, hoe kan het ook anders, winkeltjes aan de rand van het pad.  Ook hier mensen die me achterna lopen en bij de arm grijpen.
‘I make special price for you, Ma’am, please?’Ik ben genadeloos, ga niet door de knieen, laat me niet vermurwen, zelfs niet door grote bruine kinderogen. Moeilijk en naar om te doen!
   En dan…
De waterval. Zo grandioos woest en groot, zo hard huilend naar beneden, het geweld, het gedonder en geraas. De plek, de druppels die hij spuugt. Hij leeft, hij brult, zegt ‘kom naar mij, ik spuug jou, ik nat jou, ik wil jou raken, kom zo dichtbij als je durft.’ Als in een roes leg ik mijn tas weg, want ik zie al aankomen dat ik nat ga worden, Ketut doet zijn shirt uit, legt die over mijn tas en dan klauter ik over de rotsen zover ik durf. Het is alsof de waterval me roept en tegenhoudt tegelijkertijd. Hij maakt wind, hij maakt me schoon, hij raast en buldert, zijn druppels worden striemen als van een waanzinnige regenbui in de herfst. Het is niet koud, niet eng, het is verfrissend en louterend. Ik spreid mijn armen, doe mijn mond open en mijn ogen dicht. Het raast om me heen, ik ben er niet en wel, ik zweef en sta, ben hier en overal. Ik lach, wil ook wel huilen, maar ik lach, en kijk naar de hypnotiserende razernij boven me, het lijkt of de druppels niet alleen naar beneden gaan, maar ook naar boven springen, sprankelen, alles, o, zo veel.
Kletsnat natuurlijk, ik druip, mijn rok zakt af, hij is te zwaar, te groot, ik hijs hem op, doe de speld strakker, flats m’n haar uit mijn gezicht.
  
‘Like Titanic,’ zegt Ketut.
   ‘Yep. But without boat. And without Leonardo di Caprio. And I’m not Nicole Kidman.
Was it Nicole Kidman playing in that film? Or Kate Winslet.’ Zomaar wat gepraat, om alles weer normaal te krijgen, de magie, de plek, het water, het wilde.
   ‘Think so,’ zegt Ketut, die zijn t-shirt om zijn hoofd knoopt en me een hand geeft om weer over de rots terug te klimmen.

Dan weer verder met de auto. Nog een uur. De bergen uit, naar het Noorden, naar de dolfijnen, waar dit hele avontuur om begonnen is. Het landschap wordt vlakker, het wordt druk, het wordt afschuwelijk, het wordt zo ver weg, het is weer terug naar heimwee, buikpijn en splinters.
   Het hotel ligt aan een drukke weg, gelukkig is er wel een lange oprijlaan, er is een halfgeopende slagboom, er zijn poortwachters aan wie Ketut vraagt of we goed zijn op dit adres.  De mannen knikken, ja, we zijn goed hier. Dan is er weer een balie, een nieuw gezicht, de voucher die ik moet geven, mijn paspoortnummer dat ik op moet schrijven en ik vraag van hoe laat tot hoe laat er breakfast is en of er internet is, of free Wifi, en, en, en, en, en…
We krijgen een glaasje sap, m’n bagage wordt in zo’n debiel golfkarretje gezet en dan word ik naar mijn nieuwe kamer gebracht. Ik vraag of Ketut nog even mee wil. Dat wil hij wel en dus roken we nog een laatste sigaret op m’n balkon.
   ‘Stay here,’ zeg ik.
  
‘I’ve got to back,’ zegt hij.
   ‘I Know,’ zeg ik, ‘of course I know.
You’ve got to go back.’
En dan moet ik zwaaien.
En een pincet zoeken. Een goede, want het zit flink diep potverdrie!
bij de tempel, weet even de naam niet meer.

magic waterfall
(haha, nu ik 'm hier op de foto zien, lijkt 't maar een klein dinkie.
Maar dat was 't echt niet, hoor!!!
Is gewoon niet echt een goede camera,
reuze handig voor onderweg, maar niet voor
spectaculaire foto's)



heb niets beters...


vijver bij de tempel
PS: bedankt voor al jullie reacties.Vind het erg leuk om ze te lezen. Zou ze 't liefst allemaal wel willen beantwoorden, maar dat kost te veel tijd en bovendien heb ik niet onbeperkt internet hier. Vandaar dus maar even een algemene dank. Liefs, Margriet

8 opmerkingen:

Anoniem zei

he margrietje, wat heerlijk om al jou mooie belevenissen te lezen, fijn dat je kunt genieten van al dat moois

kus mieke

Lenny zei

En ook hier ga jij je mannetje/vrouwtje weer staan. 'k vind het sowieso stoer dat je dit in je uppie aan bent gegaan. Voor mij is jouw story ook een beetje een sentimental journey, zo veel bekende plekjes, plaatjes, beschrijvingen. Ik ga je boek zéker kopen. Have fun!

Anoniem zei

Wat een superbelevenissen. Ik geniet en zit tevens met geknepen billen, als ik dit lees. Het raakt je.Ik pak 's morgens niet meer als eerste de Stentor, maar kijk of jij alweer nieuwe belevenissen hebt geschreven.
Groetjes Geke

Hettie zei

Ik doe dat ook! Ik open niet, zoals gebruikelijk, mijn mail als eerste, maar 'Margriet op reis' en smul! Je hebt al een heel reisgezelschap die in gedachten met je meeloopt, Margrietje! :-)
Kan me voorstellen dat het weer even moeilijk is om het 'bekende' voor het onbekende in te wisselen. Maar je zal ook hier weer je weggetje vinden. Leuk, leuk, leuk: die foto van jou in de spiegel met mijn lievelingsbloemeke in 't haar. :-)))))
Geweldig beschreven, overigens, je avonturen. Ga je Ketut nog terugzien, trouwens? Er staat me bij dat je nog even teruggaat aan het eind van de reis, maar dat moet ik weer even nakijken in een paar blogs geleden met je reisschema.
Veel liefs en nog veeeeel meer wondere belevenissen en ervaringen gewenst,
liefs!

Christa zei

Je laten gaan in de druppels, de wind en het avontuur van nieuwe ervaringen. Wat soms ook zo eenzaam en alleen kan voelen en zijn. Wat een mooi 'edpentjur' met Ketut en Margriet!

Carmen zei

Liefje,

Zo was ik eindelijk weer eens begonnen in een boek, ben ik inmiddels alweer gestopt. Ik kan geen twee verhalen tegelijkertijd volgen. Ik kies voor jou.

kus op je neus,

Carm

Anoniem zei

nou, ik word ook blij van je schrijverij! XX

ida zei

He Margriet,
Ik vind je stoer hoor! Ben benieuwd hoe je avonturen straks in je verhaal terecht komen. Leuk!

Groeten, Ida (Harderwijk, helaas..)