Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

1 april 2011

Nog steeds niet gewoon

   ‘U was in Hotel Samplung, in Ubud. U was aan het ontbijten toen een aap uw broodje pakte, was het niet?’ Ik zat op een luxe strandstoel langs het zwembad uit te rusten van een dag hard werken aan het komende kinderboek en keek naar een meneer en mevrouw van rond de 70 die voorzichtig het water in gleden. De vrouw keek me verbaasd aan, terwijl haar man op ontdekkingstocht door het zwembad ging en zich verbaasde over de stenen barkrukken die in het water stonden zodat je in het water  aan de bar kon zitten.   
   ‘Ik was daar ook,’ zei ik, dodelijk behoeftig om een praatje in het Nederlands. ‘Ik zat aan een tafel naast u toen het gebeurde. Ik vond het wel grappig.’
   ‘Nou, ik niet,’ zei ze, ‘ik ben doodsbang voor apen.’ Ze zwom naar het trappetje en ging op de onderste tree zitten. We begonnen een geanimeerd gesprek, ik plonste er ook maar bij, gezellie, en toen ze een paar baantjes wilde zwemmen, moest haar man het van haar overnemen.
   ‘Ga met Willem praten,’ zei ze, ‘Willem houdt van praten, dat vindt hij leuk. Willem, ga jij eens even praten met Margriet. Dat vind je leuk. Ze schrijft een boek.’
   Het eindigde ermee dat we samen aten in het restaurant naast ons hotel, wat ten eerste tien keer gezelliger was dan het onze en ten tweede ook nog eens fantastisch aan het strand lag.
   ‘Ga anders even met me mee het strand op,’ zei ik, nadat ik ze had verteld dat David zou gaan zingen. Ik had hem inmiddels al aan zien komen, prachtig gekleed in een mooie glimmende harembroek met kakiblouse en een gebatikt geval in zijn haar. Een plaatje! Hij was al begonnen met spelen en een vriend van hem, dikke Tom, die me de eerste dag al een hand had gegeven en gevraagd had of ikeen taxi-driver nodig had, roffelde mee op een djembé.
   ‘Lova, Lova, Lova, Lovina…’ zong David zacht en voorzichtig, duidelijk even verlegen met de situatie. Ik zuchtte, legde mijn kin in mijn hand, mijn ellebogen op de knieën. Ik vergat bijna adem te halen. Het klonk als een kado! Precies zoals ik de jongen in gedachten al in mijn boek had horen zingen. Nee, niet precies zo, maar mooier nog. Ik was verrukt en wilde dat ik het had kunnen opnemen.
   ‘You stay,’ zei David toen m'n twee meegebrachte bezoekers opstonden om te gaan.
‘There ’s some more people coming. We make camppire.’
   ‘Camppire?’ vroeg ik.
   ‘Pire. You know.’
   ‘O,’ zei ik, en ik schoot in de lach.
Was het even weer vergeten, dat van die V.
Er werden stoelen versjouwd uit het restaurant en op het strand neergezet. Twee  jonge mensen uit Utrecht logeerden in het hotel van het restaurant en zaten reeds op een lui lounge-ding.
   ‘Blijven jullie er ook bij?’ vroeg ik. Ze knikten, we stelden ons aan elkaar voor. Wat heerlijk, twee zulke leuke jonge spontane mensen te ontmoeten!
Daarna kwamen er nog twee Zweedse blonde jongens bij – ik had hun moeder kunnen zijn - en als laatste kwam ook Komo, de manager van het restaurant aanschuiven.
   ‘Alles goed?’ vroeg Komo terwijl hij zijn duim erbij opstak. (Hij spreekt een beetje Nederlands omdat hij een Nederlandse vrouw heeft die hier overigens prachtig en erg goed werk verricht met zwaar gehandicapte kinderen, alles op basis van giften en sponsors.  Help me onthouden dat ik het gironummer wil vermelden als ik eenmaal weer in Nederland ben. Alles helpt mee, zelfs als het kleine beetjes zijn.)
   En toen.
   Tja, toen.
   Toen stak iemand het vuur aan met petrol, wat onmiddellijk fikte als een tierelier en veel te warm was natuurlijk, maar dat hinderde eigenlijk ook weer niet, want we dronken de warmte weg met bier van Komo en daarna van iedereen, behalve van mij, schandalig, er was me steeds iemand voor die bestelde, maar misschien kwam dat ook wel omdat ik net iets minder snel dronk dan de jeugd, er waren zoete knispersigaretten, er was muziek, gezang, gelach, gerammel op de djembé, geneurie, genot, geruis van de golven, en bliksem in de donkere lucht met sterren die ik niet kende. We aten warme cassave -volgens mij kwam het van een barbecue af of zo (het smaakte als aardappel, maar dan veel droger), kroepoek en dronken nog meer bier. Als David zong klonk het als breekbaar glas, vooral in de hoogte, als Komo zong klonk het als hese krekels, Zweden kreeg van ons douze points, en ik deed niet echt mee, want voor ik er achter was welk liedje gezongen werd, was het al afgelopen. Het was een avond die wat mij betreft niet af hoefde te lopen en nog uren door mocht gaan.  
   Maar
toch.
   Toch verliet ik als tweede het toneel. Het was inmiddels half één, ik moest me de volgende dag weer om 6 uur melden op het strand. Terwijl ik terugliep en nog wat nagenoot, stak de wind op en begon het harder te rommelen en meer te lichten. Ik wilde eigenlijk nog even proberen te skypen met thuis, maar moest daar meer voor ondernemen dan ik had gedacht. Op mijn kamer werkte internet niet, dus wandelde ik met mijn computertje over het complex, eerst naar de receptie en daarna naarachteren, naar het restauarant. Terwijl ik dat deed, werd het opeens gekkenwerk in de lucht. De wind begon om me heen te waaien,hij raasde over straat, botste in het restaurant tegen een lessenaar met een grote glasplaat op die, precies toen ik er langs liep, keboem rengdeng in duizend stukken op de grond viel. Ik schrok me wezenloos en rende door naar achteren, waar ik wel internet had, maar niet genoeg licht. Er kwamen bewakers langs, ik scheet peertjes, want je mag hier eigenlijk alleen maar internetten van 8 tot 10.30 uur, en die peertjes scheet ik ook vanwege dat gevallen glas natuurlijk - straks dachten ze nog dat ik dat had gedaan - dus verstopte ik me achter een kastje. Het was het kastje waar het fornuis op stond waar ’s morgens roereieren worden gebakken voor een ieder die dat wil. En daar, onder een klein spotje achter dat kastje met fornuis, had ik contact met thuis.
Ik zei het toch, het is een vreemde wereld hier!



zwembad met op de achtergrond: de ZEE!!!

David

het gezapige oord

m'n tas aan de bootpaal

 

3 opmerkingen:

Hettie zei

Hahahaa: 'ga jij eens praten met Margriet, dat vind je leuk' :-)
Wat een geweldige avond, Margriet en wat een spannend einde met de storm, ik zie je zitten achter het fornuis, even bijpraten met thuis. Fijn is dat, als je zo ver weg bent, he? En hoe waar is het spreekwoord: wie verre reizen maakt kan veel verhalen. Waarschijnlijk heb je je 2e ontmoeting met de dolfijnen alweer achter de rug. Mocht David uiteindelijk toch nog mee? ;-)
Tot morgen weer,
liefs van Het

christa de leeuw van weenen zei

heerlijk, die magie van dolfijnen die uit vrije will naar jou komen, het ontroerd mij altijd dat deze grote vissen contact zoeken met ons mensen. XXX

Sannah zei

Bijzonder.
Kan niet anders zeggen.

(Net aangekomen op lmlffw, nu even overgestapt naar hier,lees ik graag je avonturen mee. Sannah.)