Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

5 april 2011

CIRKEL

Ik loop op het strand. Een ander strand op een weer ander plekje van dit betoverende land. Het is gewoon zand, zoals ik het ken van Nederland. Maar dat is dan ook het enige wat er bekend aan is, want de rest is anders. Aan de overkant zie ik bergen met een steile, bleek gekleurde rotsrand. Ze doemen groot en donker op. Er hangen wat wolken boven, maar de punt komt er doorheen, alsof er een grote witte wollen kraag om hun keel heen hangt.  
   Ook op dit strand zijn er weer mensen die me meekletsen naar hun winketje met sarongs, jurken en t-shirts. Het lijkt allemaal wat minder troosteloos dan in Lovina. Ik koop een jurkje, was toch al van plan er één te kopen, nog een paar sjaaltjes, veel te duur weer geloof ik, maar het kan me niet zoveel schelen. Het jurkje hou ik aan, en het kan me ook niet schelen dat je m’n ondergoed er doorheen ziet. Niets kan me meer schelen, alles komt zoals het komt en alles gaat zoals het gaat.
    Ik loop langs de achterkant van een sjiek hotel waar toeristen in allerlei soorten en maten op stretchers liggen te bakken. Sommigen zijn al erg bruin. Het is mij nog niet gelukt bruin te worden, maar zelfs dat kan me niet schelen. Dan maar niet bruin, dan maar gewoon weer met mijn melkflessenbenen terug straks.
Terug.
Het echoot door mijn hoofd. Te-rug, woensdag moet ik terug. Het is nog maar2 weken geleden dat ik dacht: heen, ik moet erheen, ik moet weg van mijn lieve dierbaren en mijn eigen fijne Harderwijk, ik kan dat niet, ik durf het niet, ik red het nooit daar in dat verre land. Twee weken geleden. En moet je me nu horen. Ik heb het over te-rug en ik wil eigenlijk helemaal nog niet. Natuurlijk wil ik mijn lieverds weer zien, allemaal, maar terug naar Nederland betekent ook dat ik niet meer zelf kan verzinnen wat ik ga doen, dan zijn er weer plichten en is er een agenda die bepaalt waar het tijd voor is. Koken, boodschappen doen, de was, ik sta er nog zo ver vandaan. Zestien en een half uur vliegen, ik weet niet hoeveel duizend kilometer weg. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Zo ver weg van iedereen ben ik nog nooit geweest. Het is alsof ik me in een droomland begeef, ver weg van alles wat normaal is en van wat ik ken.
   Ik kijk naar het zand en zie schelpen. Verrukt buk ik en raap ik ze op. Ze zijn zo mooi, zo klein, zo glad. Ik leg ze op mijn slipper en kan niet stoppen met oprapen. Deze wil ik hebben, deze ook, o, en die dan, ik wil ze hebben, allemaal. Ik ga ze wassen en meenemen, die kunnen er ook nog wel bij.
Opeens komt er een jongen naar me toe die me een prachtig witte schelp in mijn handen drukt. Hij vertelt me dat ik morgenochtend betere kan vinden, als ik dat wil, rond 8 uur, als het vloed is. Ik wacht op de tekst of ik wat wil kopen of een een driver nodig heb of watdan ook, maar dat komt niet. In plaats daarvan begint hij een verhaal te vertellen, in perfect Engels. Hij kijkt open en straalt, hij zegt dat hij met maar één ding bezig is, en dat is met het waarmaken van zijn droom. Hij vertelt dat hij er voor moest weglopen van zijn huis, van zijn familie, dat hij risico’s heeft genomen, maar dat hij daar geen moment spijt van heeft gehad. Dat hij voelde dat hij zijn hart achterna moest gaan, dat hij zich vrij wilde voelen en dat hij langzaam maar zeker zijn doel aan het bereiken is. Dat hij zich ontworstelt heeft van tradities en gewoonten, verwachtingen en wensen van anderen, dat hij voor zichzelf is gegaan, dat hij gelukkig is en dat hij zich sterk voelt. Hij klinkt zo vreselijk spiritueel en sterk, deze jongen, hij zegt echt heel bijzondere dingen. Het is een jongen van slechts 30, maar ik weet zeker dat er een wijze oude geest in hem schuilt.
   Ik weet niet meer hoe ik kijken moet. Mijn mond hangt ver open van verbazing. Hoe is het mogelijk, denk ik, hoe is het in vredesnaam mogelijk dat deze jongen me dit vertelt. Juist dit, juist wat ik David, van Lovina, de zanger met z’n stem van glas, duidelijk heb geprobeerd te maken. Bijna letterlijk herhaalt deze jongen m’n woorden, zomaar. Het lijkt alsof ik in een film zit die geschreven is door een verdraaid goede scenarist. Iemand met verstand van zaken, iemand die geen genoegen neemt met rafelrandjes, maar langzamerhand naar een cirkel toewerkt. Een cirkel, geen begin, geen eind, een ruimte erin en een ruimte er buiten, het begin raakt het eind en andersom.
   ‘Waarom vertel je me dit eigenlijk?’ vraag ik.
De jongen valt stil, krabt op zijn hoofd.
  
‘I don’t know,’ zegt hij verbaasd. ‘I’ve never done this before. I do not know your name. My name is Pedro. What’s yours?’
   ‘Margriet.’
   ‘Do you have time, Margriet?’
   ‘Yes, I've got time. time is everywhere.’
   ‘Than we can sit down and chill.’
  
‘Why not,’ zeg ik en plof op het strand. Het is vochtig, maar het scheelt me niets.
   ‘Do you wanna hear the rest of my story?’
   ‘Yes, please,’ zeg ik.
Hij vertelt en vertelt, met overgave, met zoveel levenslust en humor dat ik aan zijn lippen hang.
  
‘So, that was my story,’ zegt hij, ‘I’m writing my own story.  And yours, what’s your story?’
   ‘I’m a writer,’ zeg ik.
Hij valt helemaal stil.
   ‘Really?’ vraagt hij. ‘You’re not joking?’
Ik verzeker hem dat ik geen grapje maak en dan vertel ik hem dat ie als geroepen komt, dat ik zo gedesillusioneerd was geraakt door alles wat ik heb gezien, maar dat hij voor mij het voorbeeld is van hoe het óók kan, dat de wereld nog niet verloren is en dat er heus mensen zijn die met lef en vertrouwen ongeplaveide wegen durven te bewandelen, ook al lijkt de situatie nog zo uitzichtloos. Als ik klaar ben met vertellen zijn we er beiden stil van. Een diepe zucht. We staan op, beginnen te lopen.
Ik vraag hem hoe ik terug moet, want ik weet de weg niet, heb me gewoon af laten zitten met een scooterdriver die ik, hoe kan het ook anders, ergens op straat heb opgepikt. Hij zegt dat ie wel een stukje met me meeloopt .
  
‘What are you doing tomorrow?’ vraagt hij.
   ‘I don’t have a plan, I just go with the flow,’ zeg ik.
   ‘I want to bring you to Dreamland,’ zegt hij.
En weer valt mijn mond open, ik moet mezelf echt even in m’n armen knijpen om te checken of het allemaal wel waar is.
En.
Dus.
So.
Well.|
Ja, het is waar.
Morgen word ik om 10 uur opgehaald, met een scooter, door iemand die me naar een adembenemend stukje land brengt waar ook Eat, Pray and Love is opgenomen. Een plek met wilde woeste golven en kliffen.
Dreamland, ik wist niet eens dat ze dat hier hadden.
En ik dacht nog wel dat ik klaar was hier, dat alles nu zo’n beetje rond was. Man, wie is de scenarist van dit geheel? Ik wil ‘m onmiddellijk spreken, ik vind het te gek wat hier gebeurt. Wat een contrasten, wat een synchroniteit, wat is het hier een zalige cirkel vol verrassingen…

PS: ‘Morgen’ is voor jullie vandaag. Ik schrijf dit om 1 uur ’s nachts, dus voor mij ligt Dreamland slechts een kort nachtje verwijderd. J

5 opmerkingen:

Sannah zei

Je schrijft prachtig - als ik dat zo even mag zeggen.
Maar het is ook wel een bijzondere ervaring zeg, dit verhaal, dat jij aan een ander eerder probeerde duidelijk te maken.
En dat de dingen zo gaan, en komen. Zoals je zelf al zei'dat er kome wat je nodig hebt'.

Lenny zei

Gosh, 'k ben net Eat, pray and love aan het lezen. ben heel benieuwd naar morgen.

Hettie zei

Bij het eerste gedeelte van je verhaal riep ik je al onhoorbaar toe: niet doen! Niet bezig zijn met 'het gewone leven' en hoe het 'terug' zal zijn, je bent dáár, leef in het nu. En toen gebeurde het. Leef dus bij de dag dat, zoals je al ontdekte, het mooiste en meest onverwachtse blijft brengen.
xx

tm zei

Hoi Margriet,

Spannende ervaring in Bali en leuke ook natuurlijk. Het avontuur is al bijna voorbij. Ik kijk uit naar het boek over de dolfijnen.

Tot snel groetjes Thomas-Marijn

Anoniem zei

Over een uurtje is het Dreamland voor jou... benieuwd hoe het daar is...
Leef met de Grote L... Geniet met een Grote G.... En Schrijf en Vertel met Hoofdletters, zodat wij Genieten in het Groot...

Gelukkig is het weer genieten voor jou na die dip (met kleine d??)

Go with the flow,Margrietje!!!

knuffel, xxx Margreet