Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

4 april 2011

180 GRADEN

  ‘Ik ben benieuwd wat je hierover op je blog schrijft,’ grijnsde hij met een handdoek om zijn middel.
   ‘Ik ook,’ zei ik, en trok het jurkje aan dat ik zo lang even mocht lenen.
   ‘Zal wel een heel ander stukje worden dan gisteren.’
   ‘Heb je dat gelezen?’ vroeg ik verwonderd.
   ‘Zeker. Ik dacht, dat moet eens even helemaal veranderen. En morgen kom je naar ons en je logeert hier tot je weggaat. Niet zeiken en verlegen doen, gewoon dóen, muts.’
In de taxi, op de terugweg, naar m’n hotel, liet ik de dag nog eens de revue passeren. Het was begonnen met een kraambezoek bij vrienden. Nederlandse vrienden met een prachtig kindje en een nóg mooier bevallingsverhaal, zo mooi verteld dat er tranen van kwamen bij mij. Daarna was het gewoon zalig gezellig en skypte ik met mijn aller-aller-allerliefste oude vriend die zomaar begon te huilen toen ie me bij zijn zoon achter de computer zag.
   ‘Nu komt het weer goed met je, hè,’ snufte hij, ‘en luister eens, je blijft daar, hoor, je blijft daar logeren. Jij gaat niet meer terug naar dat stinkhotel.’
Ik zei dat me dat inderdaad al was aangeboden, maar dat ik nog niet wist of ik er gebruik van ging maken.
   ‘Als jij daar niet blijft, ga ik er ook nooit naar toe,’ waarschuwde hij mij. Ik zei hem dat dat chantage was, en we lachten en kletsten en gaven elkaar kushandjes en toen zwaaiden we elkaar gedag. Rond een uur of vijf wilde ik wel weer weggaan, maar daar was geen sprake van want ik moest mee naar de buurman die een barbecue gaf.
  
Ik stelde me daar keurig aan iedereen voor en vanaf toen werd het leven honderdtachtig graden anders. Zo zit je nog te midden van de armoe en plukken ze je haast de kleren van het lijf, en zo zit je te midden van mensen die verschrikkelijk veel van alles hebben en met hun leven kunnen doen wat ze willen. Die een zwembad in het midden van hun huis bouwen, personeel hebben en prachtige kunst aan de muur kunnen hangen. Ik dacht aan m’n stukje van gisteren, waarin ik schreef dat het leven me  zou geven wat ik nodig had. Ik vond het zo mooi opeens, want ik besefte dat de spiegel gedraaid werd, dat ik alle uitersten te zien zou krijgen in deze twee weken. En ik dacht nog wel dat ik klaar was met ervaren!
   ‘Wat ben je stil,’ zei de buurman bezorgd, ‘gaat het wel goed met je?’
   ‘Ja,’ zei ik, ‘het gaat heel goed met me. Ik moet alleen even omschakelen, dat is alles.’
En toen was er zalig eten wat ik zomaar durfde te pakken. Ik moest me echt beheersen en niet te veel van alles nemen, want ik had de laatste 2 dagen nauwelijks iets gehad, dus de buik was nogal van streek. Er was wijn, er was een band met twee gitaristen en een zangeres, er was dat zwembad in het midden van de kamer waar de regen in viel, en ik ook, uiteindelijk. Zeikie-deikie nat en een heel klein beetje drinkie-drankie-dronken zat ik opeens in een hele warme jacuzzi en wisselde dat af met sprongen in een verkwikkend zwembad.
Nog wat later kwam er een taxi die me voor het laatst naar m’n stinkie-stankie-stonkie-hotel bracht.
En nu, na een nachtje slapen zit ik in de lobby dit stukje te schrijven. Nog even internet bestellen 
zometeen om dit bericht te kunnen plaatsen en dan ga ik mijn rugzak pakken.
Ik verhuis naar de andere kant van het leven.
Proost!

3 opmerkingen:

Hettie zei

Poeh hee, wat een verrassende wending! Fijn dat je je zo duidelijk beter voelt door de ontwikkelingen,
liefs van Het

Carmen zei

Tjeempie, wat een verhalen zeg! Ik geniet van het lezen, maar kan stiekem niet wachten tot je alles ook nog in "geuren en kleuren" vertelt.

kus op je neus van Carmen

p.s: Al iets uit het trommeltje gepakt? Of moet je (nog) niet denken aan dropjes uit Nederland?

Lenny zei

niemand die Indonesië (of een ander Asiatisch land etc.) bezoekt ontkomt aan de cultuurshock.Hoe herkenbaar beschrijf je die gevoelens en ervaringen. Heerlijk dat je er even aan kunt ontsnappen maar er toch middenin kunt blijven staan. Het was voor mij destijds een vakantie waar ik nu nog op teer...