Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

6 november 2011

voorbij de eerste grote emoties

rijpe cacao
opengemaakte cacao
‘Is het anders nu je er voor de tweede keer bent?’ vroeg de Kale me via skype.
‘Ja,’ zei ik.
‘Ik zag pas een reportage van iemand die een jaar de wereld heeft rondgereisd en die zei dat je maar één keer iets voor de eerste keer kunt ontdekken.’
‘Klopt’ zei ik. ‘Het is minder groots, minder verrassend. Wat er gebeurt is dat je dingen herkent, en herkenning is een rustiger gevoel. Ik ben voorbij die grote, nieuwe eerste emoties, voorbij de angst van het onbekende, voorbij de eerste blik. Ik ben minder overdonderd, kan plannen maken, heb het gevoel wat meer richting te kunnen geven. Dus ja, het is anders. Makkelijker ook, met het gevaar dat ik wat nonchalanter ben. Qua eten bijvoorbeeld.  Zocht ik tijdens mijn eerste bezoek nog gewone restaurantjes, nu schuif ik rustig ergens een warung in en bestel ik nasi goreng of mie nog wat. Zalig trouwens hoe ze hier koken, echt verrukkelijk. Voor mij voorlopig geen bloemkool meer, hoor. Water drink ik natuurlijk nog steeds uit een fles, dat blijft oppassen geblazen, maar durfde ik de vorige keer geen rare dingen te proeven, nu doe ik het maar gewoon en zie ik wel wat er van komt.’
‘Hmmm,’ bromde Kale.
‘Gisteren bijvoorbeeld heb ik met Ketut een tochtje gemaakt door een jungle, en daar waren cacaobomen. Als die dingen rijp zijn, zijn ze geel, en je wil niet weten hoe smerig die dingen er van binnen uit zien. Ik moest het proeven van Ketut, maar gruwelde bij het idee van die glibberige witte gevallen in mijn mond, maar goed, ik heb het maar gewoon gedaan. Zat niet veel smaak aan trouwens.’
‘Je gaat vooruit,’ zei de Kale.
‘Ja,’ zei ik. ‘En ik heb nóg iets gedaan wat ik eng vind. Ik was bij Tirta Empul, een tempel met bronnen met heilig water, en wilde wel zo’n traditioneel bad nemen. Het enge was alleen dat er karpers zwommen in die poel. Best wel grote, van die oranje en witte gevallen.’
‘Die je zo eng vindt,’ grinnikte de Kale.
‘Ja,’ zei ik.
‘En?’
‘Tja. Ik ben er toch maar gewoon in gegaan. ’t Was even wennen, glibberige bodem ook, nogal mossige steentjes, maar niks meer van die beesten meer gemerkt. Gewoon verstand op nul gezet, en Ketut nagedaan. Ik moest een beetje met mijn handen door dat water zwaaien en water over mijn hoofd splashen en daarna met mijn kop onder zo’n straal gaan staan. Het was nog best moeilijk om goed te blijven staan. En daarna kon ik door naar de volgende. Volgens mij waren er een stuk of tien of zo. En daarna moest ik nog weer in een bad ernaast en de laatste bron gebruiken, die van de Tirta Empul zelf. Daar moest ik mijn hoofd wat langer onder zien te houden en er ook een slok van nemen, maar dat heb ik overgeslagen omdat ik in het vorige bad al een beste slok binnen had gekregen. En toen moest ik wat spul uit een offerbakje nemen en het achter mijn oren stoppen, maar dat werkt niet bij mij, want dat valt er onmiddellijk weer van af. Maar goed. Het was wel verfrissend allemaal,  en nu schijn ik op van teen tot tiet gereinigd te zijn.’
‘Lekker,’ zei de Kale.
‘Ja,’ beaamde ik.
‘Je gaat vooruit. Rare dingen eten, in een bak met vissen springen. Er zitten ook kleine slangen in trouwens, langs de rand. Wist je dat? Surf maar eens naar http://indonesie.reisvormen.nl/tirta-empul-tempel-bali-indonesie.htm,’ zei hij met een vette grijns op zijn bakkes.
‘Ieuw,’ gruwelde ik.
‘Nog meer leuke dingen gedaan?’
‘Ja. Kokosnoot gegeten en leeg gedronken. En uitgelepeld. Ziet er ook wit en glibberig uit. Smaakte eigenlijk ook naar niks.’
‘En verder alles goed?’
‘Ja, verder alles goed. Weer over een prachtig rijstveld gelopen, kaarten gekocht van schattige kleine bruine bedelende kindjes die me daarna allemaal besprongen. Op een gegeven moment zag en voelde ik alleen nog maar tientallen handen om me heen en allemaal vroegen ze me om geld. Ik heb gegeven wat ik in mijn handen had, moest nog een paar mensen zwaar teleurstellen, want nee, ik wilde geen sarong, houtsnijwerk, schilderij, waaier, armband of ketting. Ik was blij dat ik in de auto zat. Gas geven en wegwezen, zei ik tegen Ketut.’
‘En wat ga je morgen doen?’
‘Dan nemen Piet en Wayan, die meneer van beneden en hun pleegzoon, me mee naar en Balinese kunstenaar. Die kennen ze goed, vandaar. Hij schijnt mooi te kunnen tekenen en schilderen. En daarna gaan we naar het huis van Wayan en mag ik een kijkje nemen in een echt Balinees huis waar ze op de traditionele manier leven. Omdat ik op zoek ben naar oorspronkelijkheid. En o ja, ik ga ook nog mandjes leren vlechten bij Ibu, en naar een plaatselijke markt, waar de Balinezen naar toe gaan, samen met Kadek, het meisje dat hier schoonmaakt. Ze doet trouwens ook mijn appartement. Gisteren heeft ze zelfs mijn kleren allemaal opgevouwen en een beetje orde in mijn chaos aangebracht. Echt suf, dat hoeft helemaal niet. Nu voel ik me verplicht alles weer netjes neer te leggen en zo.’
‘Doe mij er ook maar zo één,’ grapte de Kale.
‘Dus. Druk zat. En ik heb ook nog iemand ontmoet die me wil hypnotiseren. Dat ik in een diepe trance kom en dan kan communiceren met mijn onderbewuste.’
‘Ga je dat doen?’
‘Toen ik veel te veel wijn op had vond ik het nog wel een leuk idee, maar nu ik weer nuchter ben denk ik daar toch wat genuanceerder over.’
‘Gelukkig maar,’ zei de Kale.
‘Ik zie wel. Wat komt, dat komt, en dat is okee.’
Dus.
Tja.
Nou, zo een beetje.
Dat jullie ook weer een beetje weten wat ik hier allemaal uitspook. En toen, nou ja, toen stopten we met skypen en dacht ik nog wat na en ging ik nog even naar buiten om op zoek te gaan naar de maan om er kusjes voor thuis op te leggen. Want ik zie de maan hier eerder dan jullie. De dag die jullie nu leven heb ik voor een groot deel al gehad. Dus eigenlijk lopen jullie allemaal achter en is dit blog verleden tijd. Maar hij is wél geschreven!

1 opmerking:

Sannah zei

"de dag die jullie nu leven heb ik voor een groot deel al gehad" Onthouden die zin.