Margriet Breet

Margriet Breet
op weg naar een nieuw boek...

8 november 2011

soul

of ik kaarten wilde kopen...
bij de rots rechts heb ik gesnorkeld.

o jongens, ik wil hier niet meer weg...

Het is hier 9 uur in de avond, en ik ben amper een uurtje thuis van een prachtige dag. Mijn haren zijn nog nat van de douche die ik net heb genomen om al het zoute water én deze dag van me af te spoelen. Waar moet ik met dit blog beginnen, en waarmee zal ik eindigen...
Goed.
Ik maak een keuze. Ik doe het van begin af aan, in chronolgische volgorde. Dat is het makkelijkst en voor iedereen lees- en begrijpbaar.
Ik was vanmorgen in grote haast omdat ik, zoals ik al schreef, contact had gezocht met David en hem zowaar aan de telefoon had om af te spreken wanneer we elkaar konden treffen om zijn dolfijnenliedje op te nemen. Voor de mensen die hier nieuw zijn, geen idee hoeveel dat er zijn, zal ik even in het kort vertellen wie David is. David heb ik op mijn vorige reis leren kennen in Lovina, toen ik op zoek was naar dolfijnen. David werd belangrijk voor me, zo belangrijk dat de jongen in mijn boek, Soedian, een mix is van hem en mijn eigen fijne Ketut.
Ik heb hem thuis, in Nederland, dikwijls geprobeerd hem te spreken te krijgen, maar dat liep uit op niets. Gisteravond kreeg ik opeens het idee het nog één keer te proberen via degene die het hotel naast dat van mij runde. Ik mailde diegene en vanmorgen had ik David dus ineens aan de telefoon. Ik legde hem uit dat ik een druk programma had (heb zelfs een agenda aangelegd hier, omdat ik anders bang ben dat ik dingen vergeet!), en dat ik graag wilde of hij kon proberen naar mijn appartement in Ubud te komen.
Goed.
Het was even ingewikkeld om elkaar te begrijpen, maar net, nog geen 5 minuten geleden, vertelde hij me dat hij vervoer had geregeld en hierheen kon komen. Morgen om 10 uur is hij hier, en dan kan ik eindelijk zijn mooie liedje opnemen. Ik hoop dat het gaat lukken, en dat het uiteindelijk bij één van de volgende delen van mijn boek uitgebracht kan worden. Het zal niet de beste opname ooit gaan worden, maar het is in ieder geval iets, en bovendien, waar blijf ik als ik mijn droom niet volg.
Jemig, ik kan niet eens bij het begin beginnen, merken jullie het? Dit is eigenlijk alweer het eind. Sorry. Sorry voor de chaotische vertelwijze.
Ik kan het niet beter dan dit doen, het loopt allemaal door elkaar. Eén grote rush is het, ik val tóch weer van de ene verbazing in de andere. Ik dacht dat David mijn woorden vergeten was, dacht dat alles wat ik had gezegd één grote illusie bleek te zijn, dat heb ik ook geschreven in het blog van mijn eerste reis, maar niets is minder waar.
Goed.
Terug naar het begin.
Gehaast was ik, en toch nog net op tijd om bij Ketut in de auto te springen, op weg naar de vulkaan.
O jee, ik vergeet te vertellen over mijn bezoek aan de Green School. Nou ja, minder belangrijk, dat lezen jullie wel terug in deel 2 van het geheime dolfijneneiland.
De vulkaan.
Die heb ik alleen maar in de verte gezien.
Mooi, ver weg, zwart zand eromheen, geen activiteit. De laaste keer was, als ik me goed herinner, in 2001. We hadden geen tijd om 'm te beklimmen, want we moesten door naar het oosten, wat nog een behoorlijk lange trip bleek te zijn.
Prachtig landschap, fantastische rijstvelden, niet toeristisch. Ketut wist er goed de weg omdat hij in die buurt is opgegroeid. Het voordeel daarvan is dat je op plekjes terecht komt die geen toerist ooit ziet, tenzij je Magriet heet en een ongelooflijke mazzelkont bent.
Verder nu.
De zee.
Ik schreef vanmorgen in alle haast dat ik naar Emda zou gaan, maar dat was niet zo. De letters waren goed, maar de volgorde niet. Het zou Amed moeten zijn, maar een kniesoor die daar op let. Het werd geen Amed, maar iets anders uiteindelijk, wat een prima keus bleek te zijn. Kijk maar naar de tweede foto. Niets mis mee, toch?
Ketut had intussen al ergens wat gegeten, maar ik niet. Ik kon geen hap door mijn keel krijgen. Zenuwen.
Als ik zenuwachtig ben, kan ik niet eten. Dan word ik stil, krijg ik buikpijn en wou ik dat ik gewoon in een Appie Happie liep om een simpele bloemkool te kopen en verder niks.
Een Appe Happie was er niet. Wel een vriendelijke jongen die me meteen vroeg of ik wilde snorkelen en een boot wou en of ik dat bij hem wou doen. Ketut knikte ja, en nog geen vijf minuten later stond ik me om te kleden in een smerig en klein wc-tje. Bikini aan, sarong om, shirtje aan tegen het verbranden en wachten op een strandstoel tot het bootje zou komen.
Ketut zou met me meegaan had ie beloofd.
'I wait here for you,' zei hij.
'No,' zei ik.
'Yes. I don't go with you.I'm skared too. For the boat.'
'But you've promised!'
'I won't.'
'If you don't go with me, I don't talk to you anymore. The whole way back. And that's a long way!'
Ik keek er erg serieus bij en volgens mij ook behoorlijk chagrijnig, althans, daar deed ik flink mijn best voor. Waarop hij diep zuchtte en toch maar in het bootje stapte dat inmiddels gearriveerd was.
En toen.
Toen was het behoorlijk golverig en splashten we over het water heen.
En toen stopte het bootje opeens.
'Just go now,' zei de bootsman.
Ik keek waar we waren. Achter het eiland dat je ziet op de tweede foto. Het was flink golverig en het zag er allemaal woest uit.
'It's my first time,' zei ik, 'and I'm really scared.'
'First time for you?' zei de bootsman.
En prompt zette hij de motor weer aan en koerste terug richting strand.
Ik mocht godzijdank dichter bij de kust, waar het minder diep was.
Diep ongelukig keek ik naar Ketut, die absoluut niet van plan was me op wat voor manier dan ook bij te staan. Hij was bang voor het diepe water en gooide het er op dat er geen flippers voor hem waren.
Ik deed mijn snorkelzooi op, m'n flippers aan, deed mijn sarong af en zei dat ik eerst de boel vanaf het bootje wilde bekijken. Ik hing over de rand, en keek met mijn duikbril op mijn snufferd naar de wereld onder water.
En toen.
Toen zag ik een andere wereld. Eén die ik niet kende. Eén die leek op boven, maar toch heel anders was. Het was zoals de kleuren in mijn boek. Blauw en groen, precies zo, en niet anders. Ik herkende het op een of andere manier. En ja, ik zag vissen. Maar ook rotsen, en dingen die ik nooit eerder had gezien. Rare dingen.
Ik kwam met mijn hoofd boven water en nam een besluit. Ook al vond ik het eng, ik was niet hier helemaal naar Bali gekomen om bang te zijn en daarom iets niet te doen. Ik heb alles over voor mijn boek, ik heb een droom, en die wil ik leven.
Dus haalde ik diep adem, klom ik over de rand en liet ik me in het water zakken.
En ik zwom.
Ik zwom en ik keek naar dat waar ik bang voor was, Diepte, vissen, groen. Ik keek en ik zwom, ik trappelde met mijn voeten, hoorde mezelf ademen, proefde zout water, blies het uit mijn snorkel, hoorde mijn hart tekeer gaan, maar ging door. Ik keek en ik keek en ik keek. Vissen zwommen beneden me, maar waren niet dichtbij genoeg om me bang te maken, alsof ze wisten dat ze kalm aan met me moesten doen. Gele vissen, zwarte vissen, kleine blauwe visjes, zilveren vissen, alles bleef ver weg van mij. Zo lief van ze, zo mooi hoe ze zwommen, hoe ze zich verstopten onder rotsen en planten, om later weer ergens tevoorschijn te komen. Het leek er op Terschelling, op de duinen in de herfst, maar dan andersom: hoogtes werden diepten en de bodem werd de hemel.
Ik spreidde mijn armen en moest denken aan mijn broer, die duikinstructeur is geweest in Thailand.
Ik begreep hem opeens, zijn fascinatie begreep ik. Niet dat ik hetzelfde wilde doen, maar ik begreep opeens wat hij voelde. Het was fantastisch, groots en wonderbaarlijk.
Woorden schieten tekort, ik moet echt gaan nadeneken over hoe ik dat gevoel ga beschrijven.
En nu, terwijl ik dit schrijf, moet ik zuchten.
Het is een zucht van, ja, van wat eigenlijk. Een zucht van geluk? Nee, het is iets anders. Het is een zucht van thuiskomen misschien. Van onder ogen zien wat is en niet is. Een zucht van meer dan adem alleen. Een zucht van leven, op en top leven, een zucht van belangrijkheid. Ik weet niet, ik ben een beetje in de war van alles.
Het is zoveel, het is Margriet en ook weer niet.
Het is teveel.
Ik kan er wel van huilen.
Misschien ga ik dat straks ook wel even doen. Zachtjes en alleen, in villa Harmony in Ubud.

Vergeef me mijn niet zo mooie verhaallijn. Vergeef me mijn spelfouten, vergeef me dat het geen verhaal is dat af is. Dit is wat het is op dit moment. Dit is geen schrijfster die bezig is met mooie woorden, dit is het verhaal van een ziel die probeert losse eindjes aan elkaar te knopen. Dit is het verhaal van mij, ongecensureerd, onnagedacht, te snel geschreven, als een dagboek. Ik kan veel beter, mooier ook, maar ik doe het niet. Dit is wat ik wil laten zien vandaag. Dit is na een veel te grote fles bier, te snel gedronken, op, over en uit.
Morgen.
Morgen ben ik er weer.
Beloofd!

5 opmerkingen:

Arjan zei

poeh...

Hettie zei

Je maakt je veel te druk om spelfouten, schrijfstijl en te snel geschreven...dit is juist zo veelzeggend! Wat gaaaaaaaaaaaf dat je bent gaan duiken!!

Lenny zei

ff checke of je echt gegaan bent...en YES, da's toch een ervaring die je niet wil missen!
Alleen je kop onder water...en dan een geheel andere wereld, machtig hè! (zei'k toch:)haha, kon het niet laten. Ik ga sparen, wil ook weer naar Bali...
Je missie lijkt aardig op geslaagd te gaan lijken, mooi man! succes!

Sannah zei

Jouw verhaal is mooi, welke 'fouten' of 'lijn' dan ook. Deze 'waterval' brengt misschien juist wel een beetje (béétje) over hoe je je voelt.
En meid, wat zul jij blij zijn met je beslissing weer te gaan, en blij zijn dat jij Margriet heet en een Mazzelkont bent.

Enne, dat hij je woorden toch niet vergeten was, dat ze toch aangekomen bleken te zijn ...
(horen we nog hoe je daar achter kwam, of was deze opmerking voldoende - mag ook hoor). Bijzonder.

Anoniem zei

oh.margrietje wat mooi.ma